Drieklanken
Drieklanken kunnen niet "echt" gespeeld worden op een blaasinstrument. Ze moeten opgebroken worden in achter elkaar gespeelde noten. Daarvan zijn er 2 vormen:
- De lang gebroken vorm: Hierbij begin je bij de grondtoon en speel je tot een herhaling van die grondtoon.
- De kort gebroken vorm: Hierbij begin je op de grondtoon en speel je 3 of 4 noten (andere aantallen zou ook kunnen), dan begin je op de terts en speel je hetzelfde aantal noten, dan op de kwint en zo verder.
Bij het samenstellen van drieklanken gingen we uit van de grondtoon, dan de terts en tenslotte de kwint. Maar je kan dit ook zien als een opeenstapeling van 2 tertsen.
- Grote drieklank: grondtoon - grote terts - reine kwint, of: grondtoon + grote terts + kleine terts
- Kleine drieklank: grondtoon - kleine terts - reine kwint, of: grondtoon + kleine terts + grote terts
Net als bij intervallen kunnen ook hier alteraties (verhogingen of verlagingen van tonen) plaats vinden. Dat levert voorlopig 2 nieuwe drieklanken op:
- Overmatige drieklank: grondtoon - grote terts - overmatige kwint, of: grondtoon + grote terts + grote terts (de kwint werd verhoogd)
- Verminderde drieklank: grondtoon - kleine terts - verminderde drieklank, of grondtoon + kleine terts + kleine terts (de kwint werd verlaagd)